6LceiMsUAAAAAFKiAQPIV8DUUzOA80-LtG66weYo

Flor de Fango interviewt af en toe docenten uit het team, om een inzicht te krijgen in hun filosofie, uitgangspunten en methodes. Deze keer een gesprek met Hervé Cousin in november 2018, door Margriet Foks en Arjen Bosch.

Hervé, wanneer heb jij kennis gemaakt met de tango?

Dat is 30 jaar geleden gebeurd. Ik was met Marianne Jetten in Théâtre Mogador in Parijs, daar zagen we een voorstelling Argentijnse tango met vier dansparen en Sexteto Mayor. We werden er beiden direct door gegrepen. Buiten Buenos Aires was de Argentijnse tango toen nog onbekend. Nergens kon je beelden of muziek vinden.

Eerst namen we tangoles in Nijmegen. Na 6 maanden werd ik gevraagd om te assisteren bij de cursussen. Al snel begonnen we ook samen les te geven bij El Corte in Nijmegen. We hebben veel cursussen gevolgd bij verschillende maestro’s, zoals Pepito Avellaneda, Gustavo Naveira en Antonio Todaro. We namen les in Amsterdam, Brussel en Parijs. In totaal werkte ik met wel 40 bekende Argentijnse maestros.

In de jaren 90 reisde ik 4 keer af naar Buenos Aires, het Mekka van de tango. Daar verfijnde ik mijn kennis van de dans. Als een van de eerste tangotoeristen was ik getuige van een toen nog authentieke cultuur. Langzaam maar zeker stroomden de tangotoeristen toe in Buenos Aires. Zo groeide de tango uit tot een echte business. De prijzen van de lessen rezen de pan uit en veel dansers noemden zich “professioneel”.

Met Maestro Antonio Todaro werkten we keihard. Hij was een Godfather, streng maar zeer efficiënt. Dertig seconden mocht je kijken, en dan moest je het figuur perfect nadoen. Ooit trok hij me aan mijn oren omdat ik een fout maakte. Antonio leerde ons een choreografie die we opvoerden in het oude pand van de tangoscene in Arnhem. Flor de Fango kreeg toen net haar eigen dansschool en vroeg ons om daar les te gaan geven. Dat is ongeveer 25 jaar geleden. Naast de lessen in Flor de Fango begonnen we onze eigen dansschool in Breda, Tilburg, Nijmegen en den Bosch. We hebben veel internationale workshops gegeven en traden op in prachtige theaters in binnen- en buitenland. Zo traden we op met Carel Kraayenhof en vele andere beroemde orkesten.

Wordt er nu anders gedanst dan vroeger, toen je begon met lesgeven?

Zeker. Ik zie dat de lessen vrijer zijn dan vroeger. De les is meer klantgericht en vooral gezellig. Vroeger werd de tango misschien op een iets serieuzere manier beoefend en was de gezelligheid geen doel op zich. Ik zie ook dat er soms niet zoveel aandacht wordt besteed aan de basistechnieken zoals houding en balans. Vooral in het begin van het leerproces is dat onmisbaar. Bij de tango hoort een vloeiende manier van lopen, evenwicht en een mooie houding. Plezier en comfort zijn essentieel, maar zonder een goede technische basis mis je de essentie van de dans.

Aan het eind van de jaren 90 werd veel close embrace gedanst, de “Tango Apilado”. Pedro Rusconi (Tété) was daar de koning van, een even geweldig als maf figuur. Door zijn enthousiasme heeft hij ons een heel andere dimensie van de tango laten voelen. Twee lichamen worden een, waardoor je als het ware samen gaat zweven op de muziek. Dat is een echte sensatie, waarbij je helemaal opgaat in elkaar en in de muziek. Bovendien is het een heel sociale manier van dansen, vooral in drukke salons, want de dansparen hebben maar weinig ruimte nodig. Het close embrace dansen gebeurt nog steeds veel. In de jaren 2000 kwam de neo tango op moderne en synthetische muziek. Een nieuwe versie van de tango waar andere dansaspecten in verwerkt zitten.

Tot slot

Door veel ervaring op te doen, leer je om te combineren en dan kun je eindeloos improviseren. De tango is heel creatieve dans en kan soms spectaculair worden. Alle passen kun je groot of klein dansen, snel of langzaam en de variaties zijn eindeloos.

Tango dansen is een spirituele beleving, een transcendentie, als vanuit een andere dimensie, zoals je bij een bezoek aan een tempel kunt hebben. Het stijgt boven het normale leven uit. De actie zelf is altijd anders, dat maakt het spannend. Je dansvocabulaire is je verhaal, je techniek helpt je om dat te vertellen.

Ik zie mezelf als een ambassadeur van de tango, en in de toekomst blijf ik graag vanuit mijn passie en overtuiging mijn kennis doorgeven. Als ik mijn liefde voor de tango kan delen, heb ik eer van mijn werk, en ook al heeft iemand twee linker voeten, dan kan het leren dansen toch voldoening geven, want de tango maakt rijk en gelukkig.

NB: Hervé exposeert met aquarellen en tekeningen in Flor de Fango, tot half februari 2019.

nl_NL
6LceiMsUAAAAAFKiAQPIV8DUUzOA80-LtG66weYo